Scholing levert u uiteindelijk meer op
Werkgevers die erover denken het mes te zetten in de opleidingen van hun personeel, kunnen zich beter nog eens achter het oor krabben. Ondanks economisch slechtere tijden blijkt uit onderzoek dat één extra cursus per medewerker bijdraagt aan groei van winst en productie. Aftrek van scholingskosten blijft dus nodig en ook mogelijk.

Dat bedrijven welvaren bij goed opgeleid personeel is een gemeenplaats. Op basis van statistische gegevens over 1993 en 1999 is namelijk een causaal verband gevonden tussen opleidingsinspanningen en bedrijfsprestaties van 228 bedrijven. Dit toont nieuw onderzoek - Loont het investeren in het personeel? - van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) aan. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Economische Zaken.

Toename winst
Gecorrigeerd voor sector en bedrijfsgrootte luidt de conclusie: één extra cursus gemiddeld per medewerker in 1993 leverde een gemiddelde toename van de winst per medewerker in 1999 op van € 12.400, een gemiddeldeproductiviteitsstijging bij die medewerker van € 57.300, gekoppeld aan een 'return on sales' (omzetgerelateerde winst) van 0,37%.

Opleidingskosten voor u of uw werknemers zijn geheel aftrekbaar, mits deze worden vergoed vóór het behalen van het diploma. Kosten die worden vergoed na het behalen van het diploma, zijn niet aftrekbaar. Om werkgevers te stimuleren in de kwaliteit van hun personeel te blijven investeren, heeft de overheid twee regelingen getroffen:

Afdrachtvermindering onderwijs
Over 2002 mag u per cursist-werknemer de loonheffing met maximaal € 2400,- verlagen. U komt voor deze regeling in aanmerking voor iedere werknemer die:
* op basis van een leerovereenkomst een BBL-opleiding volgt;
* een arbeidsovereenkomst heeft;
* een brutoloon heeft ontvangen dat niet hoger is dan 130% van het wettelijk minimumloon.

Scholingsaftrek werknemers
Deze aftrek is van toepassing op cursussen, opleidingen of studies die de werknemers, de ondernemer en eventueel diens meewerkend partner volgen. Hij bedraagt 20% van de scholingskosten. De scholingsaftrek bedraagt zelfs 40% als de scholing betrekking heeft op werknemers die ouder zijn dan 40.

De belangrijkste kosten die u tot ‘opleidingskosten’ kunt rekenen zijn: kosten van de opleiding zelf; reiskosten (op basis van 2e klas OV); verblijfskosten (maaltijden, overnachtingskosten); loondervings-
kosten; (eventueel) extra salariskosten.

Algemene scholingsaftrek
Om scholing van de in de onderneming werkzame personen te stimuleren kunnen bedrijven een deel van de scholingskosten extra aftrekken van de fiscale winst.

De scholingsaftrek bedraagt twintig procent van de kosten en lasten van scholing van uw werknemers. Komt het totaal van die kosten in 2002 niet boven de € 129.000 uit, dan wordt de scholingsaftrek verhoogd over de eerste € 31.000 met twintig procent. Een verhoging van 20 procent geldt voor werknemers die worden opgeleid tot het startkwalificatieniveau.

Het totale maximum aan scholingsaftrek bedraagt € 2.470.000. Hiervoor geldt wel dat als u samenwerkt
met andere ondernemers het maximumbedrag aan scholingsaftrek (na vermenigvuldiging met de scholingskosten) gedeeld moet worden door het gezamenlijke bedrag van het samenwerkingsverband.

Terug naar artikelen